Skimmia het vier seizoenen wonder
Waarschijnlijk kennen de meeste tuinliefhebbers wel de Skimmia.
Dit is een zeer geliefde plant, vooral vanwege de opvallende bloemen en bessen.
Deze plant kan goed tegen kou en kleurt mooi mee met de seizoenen.
Wanneer je de blaadjes van deze plant kneust dan ruik je een Citrus geur, hij hoort dan ook bij de Rutaceae , de Wijnruitfamilie waar ook onze Citrus planten deel van uitmaken.
De bessen van de Skimmia blijven er lang aanzitten en verspreiden een subtiele zoete geur.
Vogels en andere kleine tuindieren zijn geen liefhebber van de Skimmia bessen, voor ons een groot voordeel want dan kunnen wij er extra lang van genieten.
De struik houdt van een plek in de halfschaduw of schaduw maar heeft evengoed wel licht nodig.
Als de grond humusrijk, vochthoudend en licht zuur is, dan zal je zien hoe lang en prachtig hij bloeit. Het blad van de Skimmia is glimmend groen en nu in de herfst verkleuren de bessen prachtig.
Deze zijn ook leuk te gebruiken in bloemstukjes, blijven lang mooi en zijn zeer decoratief.
Er zijn veel soorten Skimmia’s bijvoorbeeld: Skimmia Japonica ’Veitchii’-middelgrote heester met een compacte groeiwijze.
De vrouwelijke plant bloeit met geurende roomwitte bloemen gevolgd door dikke trossen vuurrode bessen. Deze kun je het beste combineren met een mannelijke plant, deSkimmia Japonica ‘Rubella’.
Skimmia ‘Reevesiana’: deze plant blijft mooi laag en is tweeslachtig en bloeit vanaf april met witte bloemen, ook zonder mannelijke struik in de buurt verschijnen er rode bessen.
Skimmia ‘Red Berry Bee: is een nieuwe variëteit en heeft bijzondere donkere grote bessen en samen maken ze volle dichte trossen die lang aan de plant blijven zitten.
Skimmia Japonica ‘Rubella’ die ik al eerder noemde bloeit van september tot en met maart met prachtige rode bloemtrossen en daarna nog in april en mei met crème witte bloemen.
Dit zijn maar een paar van de vele soorten, in het wild groeit de Skimmia in de bossen van China en andere delen van Azië, zoals de Himalaya.
De tuinversie is echter ontstaan in een Nederlandse kas.
Elke soort heeft zijn eigen charme en verrichten wonderen voor iedere tuin of balkon.
Joke Meijer
In het Lelyblad van begin 2021 las ik de artikelen over de herinrichting van tuinen van 2 van onze leden: de rotstuin van Gerrit en de voortuin van Harriët. Zij beschreven hoe hun tuin aan verandering toe was na 30 of 40 jaar. Dat bracht me op het idee iets te schrijven over het tegenovergestelde: een geheel nieuwe tuin, of zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen ‘gardening from scratch’.
Het begon zo: in december 2018 waren wij onverwacht in de gelegenheid een kavel te kopen, niet ver van ons vorige woning. Na het nodige ontwerp- en tekenwerk ging de aannemer aan de slag en bouwde het gelijkvloerse huis dat wij altijd al graag wilden. Het leven staat dan even op z’n kop, want je heb werkelijk geen idee wat er allemaal op je af komt. Niet alleen moesten wij bedenken waar de binnenmuren moesten komen, hoeveel stopcontacten en waar, maar ons ook buigen over de kleur van de voegen in de buitenmuren. Komt nog bij de keuken, sanitair, het tegelwerk en nog 100 andere zaken. Daar waren wij de hele winter druk mee. Totdat het huis werd opgeleverd en de datum van de verhuizing naderde. We schakelden de firma Pistoor in voor het nodige straatwerk: het huis moest immers bereikbaar zijn voor leveranciers en de verhuizers.
Ons kavel is 24 meter breed en 42 meter lang een heeft ruim 20 jaar braak gelegen. De Flevolandse flora heeft dus alle tijd gehad zich te nestelen in ons stukje grond. En dat is ook ruimschoots gebeurd. Zo ontdekten we grote plakkaten heermoes, diepgewortelde distels, driftig klimmende winde en vooral koolzaad. In de eerste zomer, 2019, toen het zo lekker heet was, lag de achtertuin nog braak en dat hebben wij geweten: het koolzaad werd, tot grote vreugde van onze kleinzoon, ruim 2 meter hoog.
Al dat onkruid hebben man en kleinzoon, met een beetje hulp van mij, zorgvuldig verwijderd en veranderde de achtertuin in een grote lege vlakte. Ondertussen maakten we zo eens wat schetsen en een wensenlijstje met wat we met de tuin wilden. Ik had (natuurlijk) planten meegenomen uit mijn oude tuin en die, als voorlopig onderkomen uitgeplant, in de voortuin.
Het werd najaar en toen ging het eindeloos regenen. De grote vlakte achter het huis veranderde in een gigantische modderpoel en werd onbegaanbaar. De zijtuinen waren wel wat beter bereikbaar en in november 2019 plantte ik de eerste struiken die de haag moesten gaan vormen tussen ons en de tuin van de buren. In overleg werd er een fraai hekwerk geplaatst en plantte de nieuwe buurman een mooie beukenhaag. Een prachtige groene wand en een groot klimrek voor de rozen…
Zo werd de vorm van onze tuin meer zichtbaar, waardoor ik steeds beter zicht kreeg waar wat moest komen.
In de voortuin werd compost en extra grond opgebracht en kon ik ook verder met inplanten. Het leek me heel spannend om deze louter te op bouwen met struiken, bomen, vaste planten en bollen en een compositie te maken op bladvorm en kleur. In Engeland had ik dat gezien bij Hillier Nurseries die met een grote stand vertegenwoordigd waren op de Chelsea Flowershow.
Winter 2019 ging over in voorjaar 2020. De kleigrond bleek heel vruchtbaar en alles groeide en bloeide.
In het voorjaar 2020 was de achtertuin aan de beurt. We hadden zelf het ontwerp gemaakt en het straatwerk zo laten uitvoeren. Het meeste werk was de trap in het talud naar de sloot achter de tuin. Het hoogteverschil was ruim 1,5 meter waardoor er kans op aardverschuiving was. Maar de mannen hebben dat prachtig opgelost en wij waren nu in het trotse bezit van een heuse taludtuin.
Het inplanten was een hele klus. In de wand rechts staan ruim 45 Hortensias en veel onderbeplanting van Geraniums. De linkerzijde met de prachtige vlier Sambucus nigra Black Lace, varens en diverse soorten Cotoneaster. En natuurlijk zijn er de nakomelingen heermoes en distels.
Naast het terras is een bloemenborder en achter het huis een gazon en een rozentuin. De rechterzijde van de achtertuin is ingericht als moestuin. Dat is helemaal nieuw voor mij. De resultaten blijven verrassen. Het ene gewas zie je niet meer terug, hoe goed je je best ook doet (de sperziebonen), terwijl een ander maar door blijft groeien en produceren (de snijbonen en boerenkool). We hebben ook een kas geplaatst om te zaaien en te stekken en als overwinteringsplek voor de potten Agapanthus.
In het afgelopen Coronajaar heb ik me volledig kunnen wijden aan de tuin. Ik sta er soms van te kijken dat ik alles zelf heb geplant. 40 soorten rozen, 10 soorten Viburnums, salvia’s, grassen en nog veel meer. De tuin is natuurlijk nooit af, er valt altijd wat te veranderen en te verbeteren.
Nu ik dit schrijf, november 2021, bloeien nog diverse rozen, salvia’s en geraniums. De voortuin heeft veel herfstkleur. Goede bladverkleuring van de Gingko, Viburnums en Liquidambar. De malus Prof.Sprenger zit vol appeltjes en de rode vuurdoorn (waar ik nooit van hield) staat vrij in de voortuin, een echte eyecatcher.
Ik ga verder niet opsommen wat er allemaal in de tuin staat maar nodig jullie uit te komen kijken zodra er een Open Tuinendag gepland staat. Mocht je toevallig langs fietsen of wandelen: neem gerust een kijkje. Ik hoor graag wat jullie ervan vinden.
Marika Schnitker